Sinds de tweede helft van 2015 is het aantal banen bij uitzendbureaus groter dan ooit. Tussen 2010 en 2015 is het aantal oproepkrachten zelfs met 143.000 gestegen, een groei van 36%.
Dat blijkt uit de Nationale Enquête Arbeidsomstandigheden (NEA), die sinds 2005 wordt uitgevoerd door CBS en TNO.
Vorig jaar waren er 545.000 oproepkrachten. Dat is 7% van alle banen. Meer dan de helft van de oproepkrachten is scholier of student; de meeste oproepkrachten zijn jongeren in de leeftijd van 15 tot 25 jaar.
Horeca
Vooral in de horeca werken naar verhouding veel oproepkrachten; 26% van alle banen in deze sector worden ingevuld door oproepkrachten. In de horeca verdient een oproepkracht overigens gemiddeld het minst, iets minder dan 10 euro per uur in 2015. In de horeca werken relatief veel jongeren als oproepkracht die het minimumjeugdloon ontvangen; 73% van de oproepkrachten in de horeca is tussen de 15 en 25 jaar.
Flexibiliteit
Ruim de helft van de oproepkrachten (54%) heeft behoefte aan flexibiliteit. Dat is twee keer zoveel als gemiddeld onder alle flexwerkers. ‘Slechts’ een kwart is oproepkracht omdat zij geen vaste baan kan krijgen. Terwijl voor de meeste uitzendkrachten (57%) geldt dat zij een flexbaan hebben omdat het niet lukt vast werk te krijgen.
Meer uitzendbanen
De uitzendbureaus waren goed voor het grootste deel van de banengroei in 2015. Uit de publicatie De arbeidsmarkt in cijfers 2015 van het CBS blijkt dat sinds de tweede helft van 2015 het aantal banen bij uitzendbureaus groter is dan ooit. Het vorige record dateert van eind 2007, net voor het uitbreken van de financiële crisis. In 2015 waren er gemiddeld 679.000 banen bij uitzendbureaus, waarvan 62% voor mannen.
Uitzendkrachten werken met name in de industrie, het openbaar bestuur, vervoer en opslag, zakelijke dienstverlening, de bouwnijverheid en de handel. Bijna 9% van alle werknemersbanen is een baan bij het uitzendbureau.
Deeltijdbaan
Twee derde van alle uitzendbanen is een deeltijdbaan. Over het algemeen geldt dat de helft van alle banen van werknemers een deeltijdbaan is. Van de 7,8 miljoen banen van werknemers werd 54% in deeltijd vervuld. In 2015 steeg echter zowel het aantal voltijdbanen (29.000) als het aantal deeltijdbanen (49.000).
Tweede baan
Van alle werknemers heeft 8% een tweede baan. Tien jaar geleden was dat nog 6%. In een op drie gevallen is de tweede baan een baan als zelfstandige. Vrouwen en jongeren hebben relatief vaker een tweede baan.